Een onthullende spray laat elke loodverontreiniging felgroen oplichten

Toxicologie Een simpele spraytest toont gevoelig en onmiddellijk aan of een voorwerp vervuild is met lood. De vinding is een bijvangst uit het onderzoek naar loodvrije leds en zonnepanelen. „Wij hebben de gedachte omgedraaid.”

‘We hebben de spray op allerlei gebruiksvoorwerpen uitgeprobeerd, het was voor ons verrassend in hoeveel alledaagse dingen lood zit”, zegt chemicus Lukas Helmbrecht.

Ook een theepot van mijn huisgenoot lichtte fel groen op. Die wordt dus niet meer gebruikt. Best jammer, het was een geliefde theepot.

Innovatieve Toepassing van de Looddetectiespray

De spray waardoor de theepot is verbannen detecteert lood. Helmbrecht ontwikkelde de spray samen met zijn collega Wim Noorduin van natuurkundig onderzoeksinstituut Amolf in Amsterdam. Ook de mooie wijnglazen die de ouders van Noorduin jarenlang bewaarden zullen nooit meer gebruikt worden, concludeerde hij na gebruik van de spray. De looddetectiespray bestaat uit een oplossing met methylammoniumbromide, dat reageert meteen als het in contact komt met een loodverbinding. Bij die reactie wordt een loodperovskiet gevormd, een specifieke kristalstructuur, dat groen oplicht wanneer het met uv-licht wordt beschenen.

Het is een nieuwe en verrassende toepassing van perovskiet, dat vooral onderzocht wordt als halfgeleidermateriaal voor zonnecellen en leds. Vorige week publiceerden Noorduin en Helmbrecht met enkele andere Amolfpromovendi over hun vinding in het tijdschrift Environmental Science and Technology.

Kinderen met loodvergiftiging

Het opsporen van loodverontreiniging is nuttig, want blootstelling aan lood komt veel voor en kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. In 2020 bleek uit onderzoek van Unicef en milieustichting Pure Earth dat 800 miljoen kinderen wereldwijd een loodvergiftiging hebben. Het loodgehalte in hun bloed is meer dan 5 microgram per deciliter, een grens waarboven volgens de wereldgezondheidsorganisatie actie moet worden ondernomen.

Read the full article on nrc.nl